Wat betreft het geweld binnen de sport zijn er twee ontwikkelingen zichtbaar. Enerzijds een afname van geweld rondom de sportvelden. Anderzijds een toename van sporten waarbinnen geweld (tot op zekere hoogte) toegestaan is.
Afname van geweld binnen de sport
De inperking van geweld is een typisch kenmerk van de moderne sport. Deze inperking heeft 2 oorzaken: aanscherping van de regels/ toename aandacht voor fair play en maatschappelijke taboe op geweld.
Binnen de sport ontstonden steeds meer regels om tot een goed prestatievergelijk en fair play te komen. In de leereenheid Fair Play kun je lezen dat door het streven naar fair play en tolerantie het geweld in sport moet worden teruggedrongen. Zo heeft de KNVB het beleid op dit punt aangescherpt en bestraft men sneller fysieke overtredingen. Deze gewijzigde koers heeft geleid tot een toename van het aantal gele en rode kaarten.
Ondanks deze aanscherping van regels en aandacht voor geweld binnen de sport, blijft het aantal incidenten redelijk hoog. In 2012 had iets meer dan 1 op de 7 Nederlandse van 15-80 jaar in de afgelopen 12 maanden te maken gehad met een of meer incidenten. Waarbij sprake was van lichamelijk contact door een opzettelijke overtreding, opzettelijke lichamelijk geweld en/of opzettelijk verbaal geweld in de sport. De respondenten hebben dit zelf ondervonden of zijn hiervan getuige geweest. Verbaal geweld wordt het meest meegemaakt. Maar ook fysiek geweld en lichamelijk contact door een opzettelijke overtreding komen regelmatig voor. Met lichamelijk contact door een opzettelijke overtreding hebben vooral mannen en jongeren te maken.
Fysiek en verbaal
Bij fysiek en verbaal geweld zijn de ondervraagden in ongeveer een derde van de gevallen als sporter aanwezig. In ongeveer een vijfde van de gevallen gaat het om scheidsrechters, coaches/trainers en begeleiders/vrijwilligers. Dit geeft aan dat de rol van vrijwilligers en coaches belangrijk is. In iets mindere mate geldt dit ook voor ouders/verzorgers. Dit weerspiegelt zich in de leeftijden van de betrokkenen: behalve jongeren van 15-24 jaar hebben ook 40-49-jarigen er vaak mee te maken. De meeste incidenten vinden plaats bij voetbal. Een vergelijking met de kans om bij andere teamsporten dergelijke incidenten mee te maken, wijst erop dat niet alleen het aandeel van voetbal in de totale problematiek groot is. Maar ook dat de kans op het meemaken van deze incidenten bij voetbal veel groter is.
Bij een groot aantal sporten is langzaam maar zeker steeds minder geweld toegestaan. Vroeger, in het oude Griekenland, ging het er bij het worstelen heel wat gewelddadiger aan toe. Bij bepaalde worstelwedstrijden en gevechten was vrijwel alle geoorloofd. Schoppen, slaan, bijten, krabben, de ogen uitsteken en dergelijke waren niet echt aan regels gebonden. De wedstrijd eindigde wanneer een van de twee opgaf. Soms kwam dit teken te laat en overleed de sporter.
Maatschappelijk taboe
De sport zoals wij die tegenwoordig kennen is een product van de moderne beschaafde maatschappij. Tegenwoordig is het gebruik van geweld in de samenleving en in de sport taboe. In vroegere tijden moest iedereen zichzelf verdedigen en was het dus ook niet ongebruikelijk om wapens te dragen. Tegenwoordig is het gebruik van fysiek geweld in de meeste situaties verboden. En ook het dragen van wapens is niet toegestaan. Gebruik van geweld is alleen toegestaan aan bepaalde groepen. Zoals de politie of het leger of in bepaalde situaties zoals noodweer.
In feite mag alleen de overheid gebruikmaken van (gericht) geweld. Bijvoorbeeld om de orde te handhaven of het land te verdedigen. Dit alleenrecht van de overheid op het gebruik van geweld is een van de belangrijkste aspecten bij de vorming van een moderne staat. Het maatschappelijke taboe op geweld verklaart de algemeen verontwaardiging over incidenten van ‘zinloos geweld’, waarbij dodelijke slachtoffers te betreuren. Duidelijk is dat het inperken van fysiek geweld een belangrijk kenmerk is van de moderne sport, als onderdeel van de moderne beschaafde samenleving. Die ontwikkeling lijkt zelfs steeds verder te gaan. In de eerste helft van de vorige eeuw werd boksen nog gezien als een gerespecteerde en zelfs nobele sport. Tegenwoordig gaan er regelmatig geluid op om het boksen te verbieden. Of om in elk geval bij het profboksen dezelfde beschermende maatregelen verplicht te stellen als bij het amateur boksen.
De vechtsporten, zoals judo, karate, taekwondo, worstelen en boksen, zijn echter de laatste jaren niet minder populair geworden. Uit een studie over sportdeelname in 26 Europese landen blijkt dat vechtsporten tot de top 10 van de meest beoefende sporten behoren.
Toename van geweld in de sport
Op het gebied van de vechtsporten is er een ontwikkeling gaande die maakt dat het geweld bij bepaalde takken van sport juist toeneemt. Een aantal mensen vinden dat dit in feite geen sporten zijn of zouden mogen zijn. Het betreft hier uitsluitend de zogenaamde vechtsporten. Je ziet in de vechtsporten bepaalde vormen ontstaan waar de regels en beperkingen juist tot een minimum zijn teruggebracht. En waarbij het geweld toeneemt. Dit verschijnsel wordt ‘ontsporing’ of ‘brutalisering’ van de vechtsport genoemd.
De brutalisering is ingezet met de introductie van full contactvormen, zoals kyokushin karate en kickboksen. En zogenaamde freefighting wedstrijden tussen vertegenwoordigers van verschillende vechtsport disciplines. Bij deze full contact- en vrije stijl-vechtsporten gelden vaak nog wel beperkende regels om te voorkomen dat er ernstig letsel kan ontstaan. Bepaalde gevaarlijke handelingen, bijvoorbeeld slaan of schoppen naar de weke delen van het lichaam zijn verboden. En bij een full contactsport als taekwondo is het dragen van beschermende materialen verplicht. Bij extreme vechtsporten als ultimate fighting of cage (kooigevechten), is er sprake van een minimum aan regels. Vrijwel alles is toegestaan. Zelfs trappen en slaan wanneer de tegenstander op de grond ligt.
Sportieve bedoelingen
Met sport hebben deze evenementen dan ook niet zo veel meer te maken. Ze zijn eerder te vergelijken met de gladiatoren gevechten uit de Romeinse tijd. Zelfs de deelnemers aan dit soort evenementen beschouwen het niet meer als sport. Het lijkt erop dat deze extreme vechtsporten vooral bedacht zijn vanuit commerciële bedoelingen. En veel minder vanuit sportieve bedoelingen.
Bij free fighting kun je nog stellen dat het gaat om de sportieve vergelijking tussen de verschillende vechtsporten. Bij ultimate fighting en kooigevechten gaat het primair nog om de bevrediging van de sensatielust van een bepaald publiek dat grof betaalt voor wedstrijden. De motivatie om aan dit soort wedstrijden deel te nemen is dan ook vooral het grote geld.
De laatste jaren staat men toch wel kritisch tegenover extremen vechtvormen. En is men van mening dat het niet meer met sporten te maken heeft.