Hartstlag

07 juli 2021

Hartslag

Het hart is de pomp die het bloed door je lichaam rondpompt. In rust heeft het lichaam per minuut circa vijf liter bloed nodig. Maar bij inspanning moeten organen meer arbeid verrichten, zodat de behoefte aan bloed gaat toenemen: hoe zwaarder de inspanning en hoe langer deze inspanning duurt, hoe meer de behoefte aan bloed toeneemt. Het hart zit precies in het midden van je borst, recht achter je borstbeen. Het hart bestaat uit vier ruimten: de rechter- en linkerboezem en de rechter- en linkerkamer. Eigenlijk is het hart een grote holle spier die in een ritme samentrekt en er zo het bloed uit perst. De sinusknoop, die op de rechterboezem ligt, zorgt ervoor dat de hartspier ritmisch blijft samentrekken.

De hoeveelheid bloed die per minuut rondgepompt wordt, noemen we het hartminuutvolume (HMV). Het HMV wordt bepaald door het aantal slagen waarmee het hart per minuut klopt (hartfrequentie, HF) en de hoeveelheid bloed die per slag wordt rondgepompt (slagvolume, SV). Bekijken we dit voor een 18-jarigen in rust: HF = 70 en SV = 70 cc. Het HMV in rust is dan 70 x 70 = 4900 cc (4,9 Liter). Tijdens inspanningen kan het HMV toenemen van 4,9 liter bloed naar ongeveer 25 liter per minuut. Mensen met een goede conditie hebben meestal ook een goed getrainde hartspier. Zij kunnen tijdens inspanningen een nog groter HMV bereiken. Topsporters kunnen een HMV van meer dan 30 liter per minuut halen.

Het aantal slagen per minuut verschilt ook aan de inspanning die je levert:

In rust: 60-80 slagen per minuut

Tijdens het slapen: 30-40 slagen per minuut

Tijdens een inspanning: 160-180 slagen per minuut

Ook kunnen mensen een sporthart hebben, dit ontstaat vaak door duursport. Je traint hier namelijk vrijwel al je spieren en dus ook je hart. Hierdoor wordt je hart groter en dikker, kan er meer bloed door de hartvergroting en stijgt dus de capaciteit van het hart. Je zult merken als je een sporthart hebt dat je een lagere hartslag hebt in rust. Zo blijft je maximale hartfrequentie hetzelfde, maar je slagvolume stijgt.

Meten van de hartfrequentie

Het meten van de hartfrequentie (HF) kun je voor verschillende doeleinden gebruiken. Bijvoorbeeld als indicatie voor de trainingsintensiteit, om te kijken of je fit of gezond bent en om te zien of je conditie is verbeterd. De HF is dus een belangrijke maat bij het sporten en de trainingsbegeleiding. Het aantal hartslagen per minuut tijdens rust noemen we de rustpols of HF-rust. Ook deze is sterk afhankelijk van de conditie. De HF-rust is ook persoonsgebonden. Soms zien we een van nature aanwezig HF-rust van 46, terwijl de persoon niet aan sport heeft gedaan. De laagste HD meet je in de ochtend voor het opstaan. Je meet dan een minuut lang. Als je dat enkele dagen achter elkaar meet, heb e de betrouwbare rustpols gevonden. In principe geldt: hoe lager de rustpols, hoe beter de conditie.

De HF meet je aan de pols- of halslagader. Daar kun je elke slag van het hart goed voelen. De polsslagader loopt aan de duimzijde door de onderarm. Je kunt deze slagader voelen aan de binnenzijde van het bot aan de duimzijde van de pols. In de hals loopt de slagader tussen het strottenhoofd en de halsspier. Deze is het best te voelen als je je hoofd iets naar achteren houdt door bijvoorbeeld naar het plafond te kijken. De rustpols bepaal je door 60 seconden te meten. De inspanningspols meet je na 10 of 15 seconden. Meet met de vingertoppen van wijs- en middelvinger. Druk niet al te hard, omdat anders de slagader dichtgedrukt wordt, waardoor de bloedstroom stopt en je niets meer voelt.

Wanneer we handmatig de HF meten, doen we dat met een zekere onnauwkeurigheid. Het kan moeilijk zijn om de HF te vinden of, bij hoge frequenties, deze nauwkeurig te voelen en te tellen. De meting mag niet te lang duren, omdat de HF snel zal dalen na inspanning. Je meet dan de werkelijke HF tijdens de belasting niet meer. Als de sporter zelf zijn HF moet bepalen tijdens inspanning, houdt dat in dat de inspanning moet worden onderbroken. Er kleven dus enkele nadelen aan het zelf meten van de HF. Vandaar dat het aan te raden is om de HF te meten met een hartslagmeter. Dit is de meest nauwkeurige manier van meten. De sporter draagt dan een band om zijn borstkas die de HF registreert. Deze meters geven feilloos de waarheid aan. De exacte waarden worden afgelezen op een horloge dat de sporter om de pols draagt. Zo is een goede controle op de HF tijdens de inspanning mogelijk. Hiervan kan de sporter of trainer-coach gebruik maken. Voor veel sporters is de hartslagmeter een onmisbaar deel van de sportuitrusting geworden. Ook hartpatiënten gebruiken de hartslagmeter om hun hartfrequentie te registreren.

Reactie plaatsen